Kennel "vd Zilverstroom"
Hollandse Herdershond Ruwhaar
kennel van de zilverstroom Hollandse herdershond ruwhaar
"variëteitskruising" Ruwhaar x Korthaar .... waarom?

Waarom een variëteitskruising tussen ruwhaar en korthaar?

De Hollandse Herdershond kent 3 variëteiten: de Korthaar, de Langhaar en de Ruwhaar. Er is niet alleen een uiterlijk verschil qua vacht, ook in karakter zijn de afzonderlijke variëteiten niet gelijk. De drie variëteiten hebben in de tijd dat het ras erkend is (> 100 jaar) veelal als afzonderlijke populaties naast elkaar bestaan. Omdat al in 2009 door de Stichting Zeldzame Huisdieren is aangegeven dat alle drie variëteiten de status “bedreigd” hebben, hebben de NHC en de VVHH besloten voor zowel de Langhaar als de Ruwhaar een variëteitskruising te gaan uitvoeren waarbij de beschikbare genenpool op zorgvuldige wijze vergroot zal worden voor de twee meest bedreigde variëteiten. Waarbij ook de nu nog minder bedreigde variëteit de Korthaar baat kan hebben bij de zo ontstane verbreding van de genetische populatie. Met een vitale populatie Hollandse Herdershonden als uiteindelijk fokdoel.

Gezondheidsproblemen, welke spelen er en welke dreigen er.
Bij de Hollandse Herdershond is door fokkers, geadviseerd door de Fokkerijcommissie van de NHC en de Fokkersraad van de VVHH, in de afgelopen jaren heel bewust gefokt op het zoveel mogelijk terugbrengen van de inteeltcoëfficiënt. Bij de Langharen wordt op dit moment nog sporadisch gefokt met bijlage-honden. Maar er is behoefte aan extra bloed van “buiten”.

Populatiegegevens van het ras.
Van de drie variëteiten hebben de Kortharen het grootste aandeel. Het aantal Langharen is al aanzienlijk minder en de populatie van de Ruwharen is nog kleiner. Op basis van het aantal geboren pups per variëteit in de afgelopen 12 jaar en de aanname dat een Hollandse Herdershond gemiddeld 12 jaar wordt zou de populatie aan het eind van 2013 bestaan uit 493 Ruwharen, 865 Langharen en 2180 Kortharen.

Wenselijkheid van een variëteitskruising.
Uit de monitoring door Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van de drie variëteiten van de Hollandse Herdershond afzonderlijk blijkt dat in de (nabije) toekomst de verwantschap per variëteit te hoog gaat worden (Bijlage I). Om de fokbasis te vergroten willen de rasverenigingen bij de Langhaar en bij de Ruwhaar een variëteitskruising toe gaan passen.

Uitkomst monitoring: “Bij de Ruwhaar en de Langhaar is tussen 1993 en 2002 de inteelttoename laag geweest, maar is in de afgelopen tien jaar weer opgelopen, terwijl de verwantschapstoename nu (te) hoog is. Daardoor zal, mede door de kleine aantallen ouders in de toekomst bij gelijkblijvend beleid een te hoge inteelttoename onvermijdelijk zijn. … Het laten paren van ouderdieren die zo min mogelijk aan elkaar verwant zijn heeft op korte termijn een gunstig effect op de inteelt. Maar na een paar generaties werkt het niet meer, omdat er geen dieren meer zijn die weinig aan elkaar verwant zijn. Het lijkt er op dat deze strategie op dit moment door de Hollandse Herdershond fokkers wordt toegepast, maar vraagt wel een bijstelling om ook effectief te worden op de lange termijn… Een verdubbeling van het aantal vaderdieren, waarbij we er steeds vanuit gaan dat alle vaders evenredig gebruikt worden, halveert de inteelttoename…Het benutten van fokdieren die een lage verwantschap hebben met ras, is het meest effectief om de inteelttoename te beperken…Tot nu toe heeft er vrijwel geen kruising tussen de variëteiten plaatsgevonden. Het kruisen van een klein aantal dieren kan de verwantschap in een variëteit flink verlagen.

Uit het resultaat van deze monitoring én de vaststelling in 2009 dat de variëteiten van de Hollandse Herdershond bedreigd zijn, blijkt duidelijk dat een variëteitskruising zeer wenselijk is en dat op korte termijn de beoogde trajecten voor de Langhaar en de Ruwhaar gestart moeten worden. Ook naast de reguliere fokplannen van de variëteiten afzonderlijk.

Inspanningen die al door de rasverenigingen zijn ondernomen om inteeltproblemen te ondervangen.
De afgelopen jaren is gefokt met de intentie het inteeltpercentage niet te ver te laten stijgen. Zoals ook uit de conclusie van de monitoring blijkt, lukt dat voor zowel de Langhaar als de Ruwhaar tot nu toe. Maar met de kleine beschikbare populatie waarvan ook niet alle honden geschikt cq beschikbaar zijn voor de fokkerij dreigt de fokkerij vast te lopen op al te grote voorouderverwantschap met alle risico’s van dien. Dit feit maakt het de rasverenigingen zeer moeilijk zo niet onmogelijk langjarig een goede, gezonde Hollandse Herdershond te blijven fokken.

Beoogde variëteitskruisingen.
Gelet op de kleine beschikbare genenpool bij zowel de Langharige als de Ruwharige Hollandse Herdershond beogen de rasverenigingen op korte termijn te starten met het inkruisen van de Kortharige variëteit bij zowel de Langharige als de Ruwharige variëteit. Deze twee inkruisingstrajecten zullen parallel verlopen. De variëteitskruising Langhaar X Ruwhaar wordt niet overwogen ook gezien het negatieve advies voor deze variëteitskruising door de FCI (FCI circulaire 4/2012).

Methode van inkruisen.
Ruwhaar X Korthaar: Bij de Ruwhaar wordt een andere methode van inkruisen gevolgd dan bij de Langhaar omdat een nakomeling van de combinatie Ruwhaar x Korthaar nooit ingezet zal worden bij de Kortharen i.v.m. het voorkomen van GD bij de Ruwharen. De beoogde Ruwhaar wordt gecombineerd met de uitgezochte Korthaar. Voor zowel de teef als de reu wordt zoveel mogelijk een dier uitgezocht met een lage verwantschap tot de eigen variëteit. De nakomelingen hiervan mogen alleen verder gekruist worden met een Ruwhaar met een volledige stamboom.

 

*Deels overgenomen van de website van de NHC

Het volledige artikel "Plan van Aanpak" is te vinden op  de website van de NHC