Kennel "vd Zilverstroom"
Hollandse Herdershond Ruwhaar
kennel van de zilverstroom Hollandse herdershond ruwhaar
Rasstandaard Cairn Terrier

De ras standaard is volgens de FCI (rasgroep 3, No. 4)

Vertaling der raspunten van de Cairn Trier Club, Engeland
Voor Nederland: Nederlandse Cairn Terrier Club

De Cairn Terrier

ALGEMEEN VOORKOMEN:
Levendig, sportief, gehard, ruig van uiterlijk stevig maar compact gebouwd.  Moet goed over de voorbenen staan. Sterke voor- en achterhand, diep in de ribben. Zeer licht van beweging. Beharing hard genoeg om regen te weerstaan. Hoofd klein maar in verhouding tot het lichaam. Een algemeen vosachtig uiterlijk is het voornaamste kenmerk van deze terriër.

TEMPERAMENT:
Onbevreesd en vrolijk van aard: zelfbewust maar niet   agressief

KENMERKEN:
Moet de indruk maken actief, sportief en gehard te zijn.

HOOFD EN SCHEDEL:
Het hoofd moet klein zijn, maar in verhouding tot het lichaam. Schedel breed: een duidelijke inzinking tussen de ogen met een uitgesproken stop. Snuit krachtig maar niet zwaar, de kaken mogen niet onder- of overbijten, zwarte neus. Hoofd moet goed behaard zijn.

OGEN:
Wijd uit elkaar staand, middelmatig groot, donker hazelnoot kleurig.  Iets diepliggend met ruige wenkbrauwen.

OREN:
Klein, puntig, goed rechtop gedragen, niet te dicht bij elkaar staand.

GEBIT:
Grote tanden. Sterke kaken met een perfect, regelmatig en compleet schaar gebit, dat wil zeggen dat de boven snijtanden nauw over de onder snijtanden sluiten: de tanden staan recht in de kaken.

HALS:
Goed aangezet, doch niet te kort.

VOORHAND:
Schuin geplaatste schouders, middelmatige been lengte, goed maar niet te zwaar bot. De voorbenen mogen nooit uit de ellebogen staan. De benen zijn bedekt met hard haar.

ACHTERHAND:
Zeer sterk.

LICHAAM:
Rechte rug, middelmatig van lengte, goede ruime diepe ribben, sterke spieren, rug middelmatig lang, sterk en soepel in de lendenen.

VOETEN:
Voorvoeten moeten groter dan de achtervoeten zijn. Voorvoeten mogen iets naar buiten staan. Voetkussens dik en sterk. Dunne, smalle of spreidvoeten zijn verkeerd.

GANGWERK:
Een zeer vrije en vloeiende pas. De voorbenen reiken goed naar voren. De achterbenen zorgen voor een voort stuwende kracht. De hakken zijn noch te dicht bij elkaar geplaatst noch te wijd uiteen.

STAART:
Kort, en goed behaard., mag echter niet bevederd zijn. Noch hoog noch laag aangezet, vrolijk gedragen maar niet over de rug gebogen.

VACHT:
Zeer belangrijk. Weerbestendig. Moet een dubbele vacht zijn met een overvloedige harde, bovenvacht maar niet te grove, bovenvacht: onderhaar kort, zacht en dicht. Een open vacht is verkeerd.

KLEUR:
Zandkleurig, rood, grijs of bijna zwart. Gestroomd is bij al deze kleuren geoorloofd.  Donkere punten, zoals oren en snuit, zijn zeer typisch. Met de bedoeling dit ras op het beste, oude werk type te houden, wordt elke gelijkenis op de Schotse Terriër als fout gerekend.

MAAT:
Ongeveer 28-31 cm.  schouderhoogte, maar in verhouding tot het gewicht ideaal is 6-7,5 kg.

FOUTEN:
Elke afwijking van de voorgaande punten moet al een fout worden  beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet  in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet.

OPMERKINGEN:
Testikels: De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig  in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
Tanden:  Hij mag geen boven of onder voorbijter zijn.
Ogen: Puilend of te lichte ogen hebben.
Oren: te grote of met ronde punten, en ze mogen niet te zwaar behaard zijn.
Vacht: een zijdeachtig en krulhaar is verkeerd: een lichte  golving is geoorloofd.
Neus: Vleeskleurige of een licht gekleurde neus is verkeerd.